Van grind los, gravel, los zand en grote hoogtes - Reisverslag uit Bisjkek, Kyrgizië van Paul Est - WaarBenJij.nu Van grind los, gravel, los zand en grote hoogtes - Reisverslag uit Bisjkek, Kyrgizië van Paul Est - WaarBenJij.nu

Van grind los, gravel, los zand en grote hoogtes

Door: paulopdefiets

Blijf op de hoogte en volg Paul

14 Augustus 2011 | Kyrgizië, Bisjkek

Op zondag 10 juli passeren Tom en ik de Tadjiekse grens. Na een kilometer of 30 komen we bij een grote rivier. Daar maar eens checken: een overdekte theetafel met achterwand blijkt van de familie van Ibrohim Rustamovich, een jonge rechtsgeleerde. Hij heet ons namens zijn vader welkom, maar heeft de tact om ons uit te laten puffen en ons potje te koken. Later komt hij terug met wat vrineden, zijn vader en zijn oom en door zijn zus gemaakte ‘ Plov’. Wij zeggen Pilav, ze maken het hier op honderden manieren en de manier van zijn zus in een hele goede. Ze vragen, hoe dat zit met die visa; wanneer hebben we onze regering gevraagd of we een visum voor Tadjikistan kregen? Het duurt even, voor we uitgelegd hebben, dat we van onze regering overal heen mogen, waar we maar willen. Dat is een wens voor velen in Centraal Azie. Zelfs binnen een land als Uzbekistan zijn de mensen niet vrij om te gaan waarheen ze willen, vandaar al die politieposten op de wegen.
Na een heerlijke nachtrust pedaleren we in 2 uurtjes naar Dushanbe. Binnen een half uur heb ik mijn Kirgizisch visum. De consul studeerde nog 2 maanden in Amsterdam en wqoonde in “Gaga”. Wie het weet, mag het zeggen: Gouda, Schagen, Den Haag, daar woonde ze allemaal niet. Ik reageer en passant even op een zeer serieus verzoek van mijn oude buurman maar ontving tot nu toe (een maand later) geen reactie terug op mijn verzoek. En aan zo iemand besteed je dan tijd en energie, terwijl je vrij van alles door de wereld denkt te fietsen. Ik had beter moeten weten, ook 10 jaar terug… Beter een hele verre oude buur en een paar goede vrienden!
Tom en ik treffen Jorg en Rahel uit Zwitserland voor de 2e keer en we lunchen ssamen. Bij het uitfietsen van Dushanbe ben ik zeker: we vinden kaas. En goede! Tadjiekse en nog beter dan de Duiste die ze hebben, perfect mix tussen Cheddar en Gouda. We zijn in de avondzon bij een dorpje met voetbalveldje aangeland. Als we het universele gebaar van het hoofd op de handpalm maken, zeggen de dropelingen: “Stadion?” Maar ik zeg en gebaar: 200 kinderen die “ Odkuda? “ roepen, geen strak plan. Ze gebaren dat we moeten wachten. Het verdict van de wijze oude manen valt na 3 kwartier wachten en een jongen draagt de rituele welkomstmeloen naar het huis van de “ President” . Hij is de administratieve baas van het toch nog 3000 zielen tellende dorp. Gezien vanaf de weg zou je het op 50 schatten, vele werelden gaan schuil langs de wegkanten die we befietsen. Als ontbijt krijgen we friet, worstjes die als frikandellen smaken en gebakken eieren; dat gaat er wel in bij d’n Engelsman en d’n Ollander!
Na Dushanbe wordt de weg gauw slechter. We krijgen wasbordasfalt, grind, grote keien, los zand, gravel, wasbordzand, alles wat een mooiwegfietser niet wenst, maar dat zijn we niet! Wel sneuvelt de ophanging van 1 van mijn splinternieuwe Ortliebtassen. Wat geklungel met knappende touwtjes leidt to dezelfde ijzerdraad die in Turkije het frame bij elkaar hield, en het hangt nog steeds! Pas na 5 dagen mooie landschappen en enerverende wegen bereiken we de klim, die ons tot 3252,8 meter zal brengen. De 1600 meter stijging over zand en stenen doen we in 1 dag. We klimmen door grazige weiden vol met de meest fantastische blomen- en kruidengeuren. Om 5 uur staan we op de top: vor beiden een nieuwe recordhoogte. De afdaling is meer dan spectaculair, steile rotswanden, geen asphalt of wegmarkering of maar een bermafscheinding te bekennen, je kijkt zo de afgrond en het prachtige wilde landschap in.
Na een goed hostel in Kalaikhum onder aan de afdaling gaan we verder zuidwaarts, de Afghaanse grens volgend, wat toch een special gevoel geeft. We kapmeren aan de grensrivier en bezoeken ‘s avonds optredens van de locale dorpsjeugd: dichteres, 2 redelijke zangers, een paar rappers die vooral play-backen en 2 verdiendstelijk croonende leraren in het Jong-Nederland achtig gebouwjte vol enthousiaste dorpsjeugd, leuke avond. De dag erna bereiken we Korogh, maar eerst heeft Tom wat tegenslagen. De zoveelste lekke band, hij heeft geen goede binnenbanden meer. Zijn fietscomputer stopt en even later: een insectensteek midden tussen zijn ogen. Als een volledig ge-integreerde Aziaat ziet hij er al snel uit, kan amper nog zien. Een zwitserse zuster op de fiets (zijn er nog zwitsers in Zwitserland, iedereen schijnt in Azie rond te fietsen…) heeft een goed zalfje en de apotheek brengt meer verlichting. Na de rustdag is Tom echter ziek en mijn visum is nog maar 11 dagen, dus ik laat hem achter maar vertrouw erop, dat hij me inhaalt. Met de Oostenrijker Hannes bereik ik ‘s avonds na 58 zware kilometers de ‘ camping’ die Martin uit Zurich net geopend heeft. Samen fietsen we de dag erna de 54 km tot Ishkashim, onderweg 2 uur in een heerlijke warmwaterbron zittend!
Vanuit Ishkashim ga ik ‘s ochtends alleen de Vakahn-vallei in, die nog steeds grenst aan Afghanistan. Ondanks alles lekker om weer alleen te fietsen. De eerste avond in de schemering naar een boerderijtje iets hoger van de weg. Op een heuveltje ervoor past mijn tentje precies, de 4 dochters met vlechtjes zijn grappig, het jochie bazig en niet echt ge-interesseerd. Ik kan koken bij het huis en krijg ook nog thee en macaroni. De tweede dag wordt de weg nog slechter maar de omgeving nog mooier: aan de overkant de sneeuwtoppen van de Hindu Kush in Pakistan (een paar zie ik er wellicht van de andere kant over een tijdje), de weg gaat omhoog de dorpjes in en weer omlaag naar de rivier, soms verder klimmend als er rotsen de rivier in steken. Ik bezoek een Hindu-stupa van 2500 jaar oud, vanwaar het zicht nog mooier is. Een accordeonist geeft een prive-concert voor me, dat ik film. Als ik die truc nog leer, komen hier ook nog filmpjes (nog bedankt voor de kado gedane fotruimte en filmpjes Peter en Els (voor de rest: ik zit weer bijna aan mijn foto-taks, en heb nog zoveel moois...)). Om 5 uur bereik ik Langar, het laatste dorp voor de 4314 meter hoge Karghush-pas. Hier scoor ik eindelijk een zonnebril, die zeer van pas komt in het schelle licht zo hoog. Ik klim deze dag nog een paar haarspeldbochten, waarbij 3 jochies me een heel stuk mee omhoog duwen. Ik betaal ze elk een sum (20 dollarcent) en dan blijkt, dat ze het laatste stuk acteerden, al zuchtend en kreunend achter mijn rug: alleen fietsend gaat net zo zwaar! Veel duwhulp en ook nog professioneel gefopt, dat alles voor 60 dollarcent!
Langs de zandweg is een kanaaltje van 50 cm breed gegraven, dat water naar het dorp brengt: een monnikenwerk is dat geweest. Bij een booompje en een heilige plek met bergbokhoorns is precies plek voor mijn tentje, als ik een rotsblok in het kanaaltje leg. In het halfdonker een pastaatje koken en dan heerlijk slapen. Als ik ‘s ochtends net mijn ontbijt op heb: een mij bekend fietsduo: Klemens und Birgit (www.by-the-way.ch) aus: der Schweiz, woher sonst? Ze hebben net het steile klimstuk gedaan vanuit Langar en ik blijk al 500 meter geklommen te hebben, dus op 3300 meter geslapen, goed tegen de hoogteziekte, dat was dus een goed plan. Na 3 kwartier zet ik de achtervolging in. Samen lunchen we soep en koffie, waarna we rustig verder peddelen, intens genietend van het landschap dat als geschilderd lijkt: de enorme bergen lijken gephotoshopt tegen een strakblauwe achtergrond, ongelooflijk mooi. Na de 2e lunchpauze blijven Klemens und Birgit bij het riviertje kamperen, ik rol nog 19 km door de avondzon tegemoed. Klinkt makkelijk, maar het waren 2 uur om de 19 km te fietsen. Bij het riviertje waar ik mijn tentje opzet en een prutje kook, ga ik ‘s avonds ruim een uur buiten de tent in de slaapzak liggen en kijk ademloos naar de sterrenhemel. De melkweg is duidelijk zichtbaar, met de verrekijker erbij wordt je gewoon duizelig van alle sterren die je ziet.
In de ochtend, na een goed ontbijt, met frisse moed op weg voor de laatste hoogtemeters. Bij het eerste klimmetje, weg van de rivier, ben ik binnen 50 meter buiten adem en denk: dit haal ik nooit, een minuut uithijgend terwijl ik als een natte dweil over het stuur hang. Als ik het plateau bereik, zie ik in de verte de politiepost al, waar de echte klim begint. Deze blijkt 10 km, in etappes van 200 tot 1200 meter te doen, ondertussen weer op adem komen, wat op deze hoogte wat langer duurt. En een mooie stop bij een boerengezin: brood, thee en yoghurt. Ze hebben gelukkig het lef om betaling te vragen, deze dollar is hier heel goed besteed. De dochters verslinden de plaatjes in mijn Lonely Planet Centraal Azie met hun ogen. Na de klim een prachtig bergmeer, waar heel veel marmotten zitten. Dan nog een stukske omhoog en iets omlaag naar een nog mooier meer, waar ik in de schaduw van een rotsblok heerlijke koude pasta, rozijnen en pinda’s eet. Wat heerlijk smaakt hier de eenvoud!
Na een hele zware afdaling, waarop soms het zand zo los is, dat je zelfs bergaf moet lopen, bereik ik na vele dagen slechte weg het strakke asfalt van de Pamir Highway: veel over gelezen, nog meer over gedroomd, maar nog nooit zelf gefietst. In een ommezien fiets ik in de avondzon 26 km bij de 54 tot dan toe en eet heerlijke vis in het het provosorisch en gezellige hotelletje vooraan in Alichur.
De dag na Alichur: de hele dag strak asfalt en een klimmetje tot ‘maar’ 4137 meter. Als ik de top bereik, na vele yurts gezien te hebben in de Alichur-vallei, is alles leeg: camera, telefoon, I-pod. Dus sorry, hoofdsponsor Ervo: geen foto van deze pas in jullie prachtige rood-wit-blauwe shirt.
De afdaling is schitterend, hele afwisselende berglandschappen, allerlei kleuren, schaduw en zon, riviertjes, gras en weer vele bergmarmotten. Zo’n 15 km voor Murghab een schitterende vallei, waarin ik afdaal en weer uit klim. Dan zie ik Murghab in de verte liggen, van deze kant af gezien een idyllisch liggend bergdorp. Het stadje is echter grauw en bar, zoals ook het leven hier: halve tijd electriciteit en dan zo wisselend, dat lampen amper branden en dan weer springen. De winters hier, met min 40 op 3600 meter hoogte, kun je je niet eens voorstellen. In Murghab stuur ik Tom een sms, dat ik 2 dagen later om 1 uur vertrek. Er is 1 internet-cafetje, maar die hebben geen stroom, ook niet om 6 uur en ook niet om 9 uur. In het Murghab-house, daar is internet, voor 6 dollar per uur of een kan benzine. De benzine is echter op (in het hele stadje) en de mensen hebben de computer en het internet voor hun werk nodig. Ik mag 10 minuten internetten en bedenkt een plan: Sponsortochtje maken, zonnepanelen sponsoren voor Murhgab, met als voorwaarde dat ook de dorpsjeugd dan gratis kan internetten. Oproep volgt, je kunt me sponsoren voor 1 cent per gefietste kilometer of per geklommen 5 meter vanaf Murghab tot Islamabad. Dat zijn ik schat 3000 km ongeveer en qua hoogtemeters: tot Murghab zo’n 35.000 hoogtemeters in 8500 km, dus wie voor de hoogtemeters gaat neemt een mooie gok. Als jullie op het plannetje willen reageren: graag! Een oproep tot sponsoren op de blog volgt nog.
Na een dagje zooien, de was doen en douchen, ben ik op de bazaar om nog een mes te zoeken en wie tref ik om half 1: Tom, met Martin! Zij pakken in en om 4 uur gaan we samen op pad naar de Ak Baital-pas, 4655 meter hoog, het Karakul-meer en naar Sary Tash in Kirgizie. Een prachtig kerkhof ligt eenzaam buiten het stadje. Na nog wat rustig fietsen prachtig kamperen aan een riviertje en samen koken. Met onze 3 proviandvoorraden maken we een paar heerlijke maaltijden deze dagen. De tweede dag bedwingen we de Witte Paard –pas, 4655 meter hoog, op onze witte stalen rossen, want het sneeuwt boven! We komen Pavel tegen, een niet zo sympathieke Pool die kwaad sprak over Tom, die afdaalt, nadat hij op karakter de top heeft gehaald. Zijn achterwiel is ver heen en zijn moraal nog verder, dat hij toch de top heeft bedwongen dwingt veel respect af, zijn stem bibbert van kou en ontbering. Wij hebben slechts wat sneeuw op de laatste paar meters klim, maar voor een opschepverhaal (en de foto’s) doet sneeuw het natuurlijk goed. In de afdaling wordt het snel koud en na 8 km zie ik een Yurt homestay! Prachtig gelegen hier op 4200 meter hoogte. Warm onthaal in de gastyurt met brood, thee, room en 6 waarachtige flensjes, bijna nog dunner dan hoe ons Mam ze weet te bakken. Even opbakken op de kachel midden in de Yurt, suiker erop, smullen. Volgt nog een pastamaaltijd met dike Japanse noedels, een voor mij slapeloze (vanwege de hoogte denk ik) maar rustbrengende nacht en een adembenemend mooi landschap buiten de Yurt in de ochtend, waar de kinderen lekker ronddallie-en en de Yaks vriendelijk grommen.

  • 14 Augustus 2011 - 16:08

    Theo S.:

    onwijs wat mooi... maar niets voor mij als ik het liggend zou willen doen.

    tja Paul, zo kom je nog eens ergens en je leert nog vreemde talen ook. Kun je vast wel gebruiken als je weer thuis :-( bent...

  • 15 Augustus 2011 - 07:46

    Nicole:

    Dag Paulus,

    mooi verslag weer! En wat is het daar prachtig!!!!

  • 15 Augustus 2011 - 15:08

    Marijke:

    Wat een fantastisch verhaal weer!
    Ik ben blij dat jij wel zo'n stukske bent gaan fietsen, zo zie ik nog eens wat van de wereld!
    Tot de volgende keer weer, veel fietsplezier!
    Houdoe!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Paul

Hoogtepunt van de reis, sneeuw op de 4655m hoge Ak Baital pas, Tadjikistan

Actief sinds 23 Jan. 2011
Verslag gelezen: 515
Totaal aantal bezoekers 85872

Voorgaande reizen:

20 Maart 2011 - 26 Augustus 2011

Stukske fietsen

22 Juni 2011 - 26 Augustus 2011

Nog een stukse

Landen bezocht: